“Eigenlijk ben ik meer gehecht aan dit plekje, waar mijn familie al 200 jaar zit, dan dat ik per se koeien wil melken.”
Volgens de één is het weggegooid belastinggeld aan toch al steenrijke veehouders, volgens de ander een schamele fooi voor de hardwerkende boer: De stoppersregeling. Ik ga in gesprek met 3 boeren. Gaan ze mee doen? En hoe zien zij hun toekomst?
In deze aflevering:
In deze aflevering:
- Interviews met melkveehouder Timo Burgers in Gelderland, pluimveehouder ‘Jasper’ in Limburg en varkenshouder Gert Altena in Overijssel.
- Hoe ziet hun veehouderij eruit en hoe is deze door de jaren veranderd?
- Zijn ze piekbelaster? en gaan ze van de regeling gebruik maken?
- Is de regeling aantrekkelijk voor ze?
- Welke plannen hebben zij voor de toekomst?
- Waarom doen er verhoudingsgewijs meer boeren in Limburg mee dan in Gelderland?
- Gaan er door deze regeling meer boeren stoppen, of is het vooral een fijne regeling voor de boer die toch al wilde stoppen?
- Waarom moet de stoppende boer zijn stallen slopen? is dat geen waardevernietiging?
- Hoe omzeilen sommige boeren het beroepsverbod
- En hoe is het mogelijk dat ondertussen andere boeren nog uitbreiden? Een reactie van LNV
Meer info:
Actuele stand aanmeldingen stoppersregeling:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/lbv-plus-actueel#aanvragen-lbv-en-lbv-plus%3A-de-cijfers
Credits:
Met dank aan de drie boeren en aan het Ministerie van LNV voor de medewerking.
Presentatie: Esther Molenwijk, Stichting The Food Revolution
Audio en design: Marlon van der Pas, Nothing Blank
“Als je kijkt naar heel veel regelingen uit het verleden, zijn de meeste mensen die gestopt zijn er nooit ongelukkig van geworden.”
/Boer Jasper
Schriftelijke beantwoording vragen door het Ministerie van LNV. 15 november 2023.
– Is het aantal inschrijvingen hoger dan je zou kunnen verwachten van de natuurlijke terugloop van boeren?
Met meer dan 700 aanvragen voor de twee beeindigingsregelingen (Lbv en Lbv-plus) zien we dat de regelingen duidelijk in een behoefte voorzien. Elke week komen nog tientallen nieuwe aanvragen binnen. De Lbv staat nog open tot 1 december 2023 en de Lbv-plus staat nog open tot 5 april 2024. De ervaring met eerdere beëindigingsregelingen leert dat een groot deel van de aanvragen in de periode kort voor sluiting wordt ingediend. Dat betekent dat het beeld over de deelnamebereidheid nog niet compleet is. Het is op dit moment nog te vroeg om te kunnen bepalen hoe het aantal aanvragen zich verhoudt tot de autonome trend in bedrijfsbeeindiging.
– Wat is de reden dat deelnemers de stallen moeten slopen? zouden die niet goed voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden?
Een ondernemer dient in het kader van de regelingen de stallen te slopen, in het geval van de Lbv-plus krijgt hij daar zelfs een sloopkostenvergoeding voor. De sloopverplichting heeft meerder redenen: het draagt bij aan de zekerheid dat de veehouderijlocatie definitief en onherroepelijk wordt gesloten. Ook voorkomt het toenemende leegstand van bedrijfsgebouwen (in het landelijk gebied), en de daarmee gepaard gaande problemen: verrommeling van het platteland, risico op ondermijning (criminele activiteiten) en een afnemende waardering van burgers voor het (agrarisch) buitengebied.
Als de ondernemer één of meerdere stallen voor andere activiteiten wil aanwenden, en het bevoegd gezag stemt hiermee in, dan hoeven die gebouwen niet te worden gesloopt. Vanzelfsprekend ontvangt de ondernemer in dat geval geen subsidie voor het waardeverlies van de betreffende stal(len), en komt hij ook niet in aanmerking voor een sloopkostenvergoeding.
– Is het zeker dat de productierechten die de overheid opkoopt, niet opnieuw verschijnen in de markt?
Het productierecht wordt strikt genomen niet ‘opgekocht’, er komt dus geen ‘onbenutte voorraad productierecht’ bij de overheid in beheer. Het productierecht wordt ‘doorgehaald’, en verdwijnt daarmee definitief uit de markt.
– Piekbelasters laten nu weten dat het alternatief voor stoppen nog niet duidelijk is. Komt de regeling voor extensiveren nog in de lucht voordat de uiterste inschrijfdatum voor de stoppersregeling verstrijkt?
Naast de mogelijkheid voor vrijwillige beëindiging, zijn er meer mogelijkheden om te komen tot stikstofreductie binnen de aanpak piekbelasting. Extensivering is daar een onderdeel van. De extensiveringsregeling is gepubliceerd
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-29658.html
– Hoe kan het dat terwijl er ingezet wordt op het verkleinen van de veestapel, boeren ook nog kunnen uitbreiden? zoals dit artikel laat zien:
- Wij hebben vanuit LNV geen zicht op wat de kwestie is in de beschreven gevallen, dat is ook aan het bevoegd gezag als de provincie en gemeente voor de juiste vergunningen.
- Het verkleinen van de veestapel was voor dit kabinet ook geen doel op zich, maar zal wel het gevolg zijn van beleid en andere ontwikkelingen. Uiteindelijk willen we onze doelen voor natuur, waterkwaliteit en klimaat halen.
- Uitbreiding kan plaatsvinden binnen een bestaande vergunning of op basis van salderen. Bij dat laatste moeten mogelijke stikstofeffecten op Natura 2000-gebieden gemitigeerd worden.
- Een risico is de ingebruikname van latente (ongebruikte) ruimte. Bij extern salderen gelden daar beperkingen voor en die worden momenteel verder aangescherpt. Het bevoegd gezag toetst of een bepaalde ontwikkeling op een bepaalde plek kan plaatsvinden.
- Bij intern salderen heeft het bevoegd gezag op dit moment die mogelijkheid niet. Daarom heeft het kabinet al in de kamerbrief van 25 november 2022 stappen aangekondigd om het gebruik van latente (ongebruikte) ruimte in vergunningen te beperken, om te voorkomen dat gesaldeerd wordt met ongebruikte ruimte waardoor de stikstofneerslag op stikstofgevoelige N2000-gebieden in de praktijk toeneemt.
- Voor intern salderen wordt de in de brief aangekondigde vergunningverplichting voor intern salderen ambtelijk uitgewerkt, zodat het bevoegd gezag voorwaarden kan stellen, o.a. aan het gebruik van latente ruimte. Zo kan er ook voor worden gezorgd dat natuurvergunningen in lijn zijn met wat er op een bedrijf gebeurt.
- Het wetsvoorstel voor het vergunningplichtig maken van intern salderen is inmiddels in consultatie geweest en de vele reacties worden nu verwerkt.
- Voor de aanpak van latente ruimte bij extern salderen zijn al voorwaarden gesteld en in de Kamerbrief van 25 november was ook aangekondigd om het afromingspercentage bij extern salderen te verhogen naar 40 procent, dat stond ook in het advies van dhr. Remkes. We onderzoeken nu of het niet beter is om extern salderen alleen nog toe te staan op basis van de benutte ruimte (dus bijvoorbeeld de daadwerkelijke productie van een fabriek of dieren in een stal ) ipv de gerealiseerde ruimte (de fabriekshal/stal). Op die manier kan het toenemen van stikstofneerslag effectiever beperkt worden, maar het moet wel uitvoerbaar zijn voor initiatiefnemers en bevoegde gezagen. Ook wordt bekeken hoe individuele projecten kunnen gaan bijdragen aan reductie.
- Kortom: we zijn als ministerie volop bezig om uit te werken hoe we het in gebruik nemen van latente ruimte kunnen beperken. Het is aan een volgend kabinet om daar besluiten over te nemen.
Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/06/30/voortgangsbrief-stikstof